Das Thema Insekten als neuartige Proteinquelle für westeuropäische Länder hat in den letzten Jahren an Popularität gewonnen. Besonders dem Nutzen von Insekten als Protein für Tierfutter wird von Experten viel Potential zugesprochen, da auf diese Weise der Bedarf an importiertem Soja sowie Fischmehl durch regional erzeugte Insektenproteine gesenkt werden könnte. Experten versprechen sich hiervon Vorteile für Umwelt und Klima sowie neue Chancen, Kreisläufe in der regionalen Wirtschaft zu schließen, indem beispielsweise Lebensmittelabfälle oder sonstige organische Restströme aus der Wirtschaft noch als Insektenfutter genutzt und zu wertvollen Proteinen verarbeitet werden. Auch denkbar wäre, dass organisches Material, das für die Gewinnung von Biogas genutzt wird, zuvor in der Insektenproduktion zum Einsatz kommt, ohne dass dies den Nutzen als Rohstoff zur Biogasgewinnung einschränkt. Insgesamt sollen Ressourcen so effizienter genutzt werden, was Umwelt und Klima zugutekommt.
Angesichts vergangener Problematiken in der Tierhaltung in Bezug auf die Zusammenhänge zwischen der Ausbringung von Gülle und Mist und der Anreicherung von Nitrat im Grundwasser gilt es jedoch frühzeitig kritisch zu hinterfragen, ob ein sich neu etablierender Wirtschaftszweig in der Landwirtschaft, so wie es die Insektenproduktion ist, alle wichtigen Kriterien einer nachhaltigen Wirtschaftsweise erfüllt und nicht gleichermaßen oder neuartige negative Konsequenzen für Klima, Umwelt oder Fragen zum Tierwohl mit sich bringt.
Wissenschaft und Praxis streben gemeinsam nach neuen Erkenntnissen
Aus diesem Anlass haben sich Vertreter der Hochschule Rhein-Waal mit Unternehmen, die Insekten produzieren und verarbeiten ausgetauscht, und folgende Forschungsfragen formuliert: Welchen Effekt hat Insektenfrass (so nennt man die Reste aus der Insektenproduktion) auf Boden (Bodenlebewesen, Bodenfruchtbarkeit, Nährstoffverfügbarkeit) und Kulturpflanzen? Gibt es Unterschiede je nach Insektenfutter oder Insektenart? Reagieren verschiedene Kulturpflanzen unterschiedlich auf die Zugabe von Insektenfrass als Dünger? Gibt es Unterschiede in der Wirkung des Insektenfrass je nach Aufbereitung?
Um Antworten auf diese Fragen zu finden, arbeiten in dem Projekt „Benefits of Frass“ die Hochschule Rhein-Waal und das Netzwerk Insect Valley Europe (Produzenten und Verarbeiter von Insekten), welches über den Projektpartner Brightlands Campus Greenport Venlo an das Projekt angeschlossen ist, bis August 2026 zusammen und untersuchen entsprechende Proben im Labor sowie in Feldversuchen.
Weitere Innovationsprojekte und Aktivitäten aus dem Projekt Agropole Innovates
Das Innovationsprojekt Benefits of Frass ist eines von vier Innovationsprojekten im Rahmen des Interreg-Projekts Agropole Innovates. Themen der drei anderen Innovationsprojekte umfassen die Transparenz und Tierwohlsteigerung in der Schweinehaltung durch Digitalisierungs- und Automatisierungsprozesse, die Vorhersage von Schädlingen und Krankheiten an Bäumen und die Digitalisierung der daraus entstehenden Daten für die praktische Anwendung als Frühwarnsystem. Das Projekt Agropole Innovates begleitet diese Innovationsprojekte, führt die Ergebnisse zusammen und kommuniziert sie in die Praxis. Darüber hinaus stehen der Wissenstransfer und die Netzwerkbildung zu diversen innovativen Themen im Agrobusiness im Fokus. Ziel ist es, dass durch dieses Netzwerk und den Austausch sowohl die Innovationskraft als auch die Wettbewerbsfähigkeit der Agrobusinessbranche in der deutsch-niederländischen Grenzregion steigen.
Laufzeit und Finanzierung des Projekts Agropole Innovates
Das Projekt Agropole Innovates hat noch eine Laufzeit bis einschließlich August 2026 und wird neben den Eigenanteilen der Projektpartner im Rahmen des Interreg VI-Programms Deutschland-Nederland durchgeführt und mit 2,025 Mio. Euro durch die Europäische Union, das Ministerium für Wirtschaft, Industrie, Klimaschutz und Energie des Landes NRW (MWIKE NRW), das Niedersächsische Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung (MB Niedersachsen), das niederländische Wirtschaftsministerium (EZK) sowie die Provinz Limburg mitfinanziert.
Finanzierung des Projekts Agropole Innovates
Das Projekt Agropole Innovates hat noch eine Laufzeit bis einschließlich August 2026 und wird neben den Eigenanteilen der Projektpartner im Rahmen des Interreg VI-Programms Deutschland-Nederland durchgeführt und mit 2,025 Mio. Euro durch die Europäische Union, das Ministerium für Wirtschaft, Industrie, Klimaschutz und Energie des Landes NRW (MWIKE NRW), das Niedersächsische Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung (MB Niedersachsen), das niederländische Wirtschaftsministerium (EZK) sowie die Provinz Limburg mitfinanziert.
www.deutschland-nederland.eu
Effecten van reststromen van insectenproductie op bodem en planten
Insecten als nieuwe eiwitbron voor West-Europa heeft de afgelopen jaren flink aan populariteit gewonnen. Experts zien een groot potentieel in het gebruik van insecten als eiwit voor diervoeding, omdat het de behoefte aan geïmporteerde soja en vismeel zou kunnen verminderen door gebruik te maken van regionaal geproduceerde insecteneiwitten. Zij verwachten dat dit voordelen heeft voor het milieu en het klimaat, maar ook nieuwe mogelijkheden biedt om regionale circulaire kringlopen te ontwikkelen, bijvoorbeeld door afval van voedsel of andere organische reststromen te benutten als insectenvoer en te verwerken tot waardevolle eiwitten. Het is ook denkbaar dat organisch materiaal dat wordt gebruikt voor de productie van biogas eerst wordt gebruikt voor de productie van insecten zonder dat dit het gebruik als grondstof voor biogasproductie beperkt. Dit zou ertoe moeten leiden dat hulpbronnen efficiënter worden gebruikt, wat goed is voor het milieu en het klimaat.
Gezien eerdere problemen in de veehouderij met betrekking tot het verband tussen het toedienen van drijfmest en mest en de ophoping van nitraat in het grondwater is het belangrijk om in een vroeg stadium kritisch na te gaan of een nieuwe ontwikkeling in de landbouwsector, zoals insectenproductie, aan alle belangrijke criteria van duurzame landbouw voldoet en geen nieuwe negatieve gevolgen heeft voor het klimaat, milieu of dierenwelzijn.
Wetenschap en praktijk streven samen naar nieuwe inzichten
Hierover wisselden vertegenwoordigers van de Hochschule Rhein-Waal van gedachten met bedrijven die insecten produceren en verwerken en werden de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Welk effect heeft insectenfrass − zo worden de resten van insectenproductie genoemd − op de bodem (bodemorganismen, bodemvruchtbaarheid, beschikbaarheid van nutriënten) en gewassen? Zijn er verschillen afhankelijk van het voer dat de insecten krijgen of het soort insect? Reageren de diverse gewassen verschillend op de toevoeging van insectenfrass als meststof? Zijn er verschillen in het effect van insectenfrass op grond van van de behandeling of verwerking ervan?
Om antwoorden te vinden op deze vragen werken de Hochschule Rhein-Waal en het netwerk van Insect Valley Europe, bestaande uit producenten en verwerkers van insecten, dat via projectpartner Brightlands Campus Greenport Venlo aan het project is verbonden, tot augustus 2026 samen in het project Benefits of Frass en analyseren zij relevante monsters in het laboratorium en in veldproeven.
Andere innovatieprojecten en activiteiten van Agropole Innovates
Het innovatieproject Benefits of Frass is een van de vier innovatieprojecten in het kader van het Interreg-project Agropole Innovates. De onderwerpen van de drie andere innovatieprojecten zijn: transparantie en meer dierenwelzijn in de varkenshouderij door digitalisering en automatisering van processen, het voorspellen van plagen en ziekten op bomen en het digitaliseren van de resulterende gegevens voor praktisch gebruik als een vroegtijdig waarschuwingssysteem. Vanuit het project Agropole Innovates worden deze innovatieprojecten begeleid, en worden de resultaten samengevat en erover gecommuniceerd richting de praktijk. Daarnaast ligt de focus op kennisoverdracht en netwerken over verschillende innovatieve onderwerpen in de agribusiness. Het doel is om met dit netwerk en deze kennisuitwisseling zowel de innovatiekracht als het concurrentievermogen van de agribusiness in de Duits-Nederlandse grensregio te vergroten.
Duur en financiering van Agropole Innovates
Het project Agropole Innovates loopt tot augustus 2026. Naast de eigen bijdragen van de projectpartners wordt het project uitgevoerd in het kader van het Interreg VI-programma Deutschland-Nederland en met 2,025 miljoen euro medegefinancierd door de Europese Unie, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), de Provincie Limburg, het MWIKE NRW en het MB Niedersachsen.
Het project Agropole Innovates
Het project wordt uitgevoerd in het kader van het Interreg VI-programma Deutschland-Nederland en met 2,025 miljoen euro medegefinancierd door de Europese Unie, het Ministerie van Economische Zaken, de Provincie Limburg en de Duitse ministeries MWIKE NRW en MB Niedersachsen.