Millionen Tonnen Lebensmittel landen jedes Jahr in Europa im Müll – ein bekanntes Problem. Doch was passiert mit den Stoffen, die bereits bei der Produktion entstehen und für die Lebensmittelproduzenten nicht weiter nutzbar sind? Kartoffelschalen aus der Pommes-Herstellung, Molke aus der Käseproduktion oder Brotreste sind sogenannte Restströme, die häufig ein zweites Leben in der Tierfutterproduktion erhalten.
Um diesen spannenden Aspekt der Kreislaufwirtschaft näher zu beleuchten, lud das Team des Interreg-Projekts Agropole Innovates, unter der Leitung von Agrobusiness Niederrhein e.V., gemeinsam mit dem niederländischen Netzwerk Agri Business Groep Venray zu einem Besuch bei der Firma Looop in Venlo ein.
Die Gäste aus Deutschland und den Niederlanden wurden am Standort von Looop im firmeneigenen „Saloon“ empfangen. Nach einer Begrüßung durch die Einladenden stellten Paul Slits und Gert-Jan Hermanussen das Unternehmen vor, das seit über 35 Jahren Reststoffe aus der Lebensmittelindustrie zu hochwertigen Futtermitteln verarbeitet. Looop ist in Nordwest-Europa breit vernetzt und beliefert rund 1.400 Kunden – von landwirtschaftlichen Betrieben bis zu großen Futtermittelherstellern.
„Wir stehen stets zwischen Angebot und Nachfrage“, so Gert-Jan Hermanussen. „Krisenzeiten bedeuten weniger Produktion – und damit auch weniger Reststoffe.“ Aktuell belasten hohe Energiepreise die Branche zusätzlich. In manchen Fällen ist es für Unternehmen wirtschaftlicher, Reststoffe in Biogasanlagen zu entsorgen, statt sie für die Tierfütterung aufzubereiten. Besonders vielfältig sind die Restströme aus der Kartoffelverarbeitung – von Schalen über gedämpfte und frittierte Produkte bis hin zu Stärke. Über Looop finden sie nach dem Prinzip der Circular Economy eine neue Verwendung.
Nach der Präsentation folgte ein Rundgang über das Gelände, bei dem die Gäste spannende Einblicke in die Logistik- und Laborprozesse erhielten. „Unser eigenes Labor macht viele Abläufe deutlich schneller“, erklärt Paul Slits, Miteigentümer der Looop Company. „Hier können wir einige Inhaltsstoffe der gelieferten Ware direkt analysieren. Dabei gibt es immer drei Proben, eine für den Anlieferer selbst, eine für den Kunden und eine für uns. Über ein externes Labor würden wir zwei Wochen auf die Ergebnisse warten.“
Nachhaltigkeit spielt bei Looop aber nicht nur bei den Produkten eine zentrale Rolle – der gesamte Standort ist dank Solarpaneelen energieneutral.

von links: Gert-Jan Hermanussen (Looop), Wim Thielen (Agri Business Groep Venray), Paul Slits (Looop), Yvonne van der Velden (Brightlands Campus Greenport Venlo), Dr. Stefan Mandel (MERA Tiernahrung), Marcel Claus (Gemeente Venray), Marcus Trappe (Agrobusiness Niederrhein) und Lena Manten (Agrobusiness Niederrhein) Foto: Agrobusiness Niederrhein
Ein weiterer Programmpunkt war der Vortrag von Dr. Stefan Mandel. Er ist Leiter der Forschungs- und Entwicklungsabteilung des Tiernahrungsherstellers MERA aus Kevelaer – einem Mitgliedsunternehmen von Agrobusiness Niederrhein. Das Familienunternehmen in dritter Generation, startete 1949 mit Nutztierfutter und produziert seit 1979 Heimtierfutter. Mit 260 Mitarbeitenden und einer Jahresproduktion von rund 90.000 Tonnen Trockenfutter gehört MERA zu den größeren Herstellern – mit der Produktsparte „Hundekekse“ sogar zu den größten „Hundebäckern“ Europas.
Dr. Stefan Mandel, Tierernährungsexperte mit Ursprung in der Landwirtschaft, gab spannende Einblicke in die Herausforderungen und Chancen der Heimtierfütterung mit Restströmen. Während in der Nutztierhaltung Leistung und Effizienz im Vordergrund stehen, ist die Heimtierfütterung stark von Trends der Humanernährung beeinflusst. „Viele Tierbesitzer wünschen sich einen möglichst hohen Fleischanteil und ein getreidefreies Futter. Außerdem sind teilweise Zutaten gefragt die aus ernährungsphysiologischer Sicht nicht immer sinnvoll sind“, so Mandel. „Alle wollen nur das Beste für ihre Tiere, das ist ja verständlich, doch viele verwechseln das Wort Reststrom mit Abfall. Dem ist nicht so, die Lebensmittelreste, die wir für die Tierfutterproduktion gewinnen, sind wertvolle Ressourcen! Außerdem erfüllen unsere Produkte die Lebensmittelstandards und sind sogar entsprechend zertifiziert.“ Die Nutzung von Restströmen ist nicht nur nachhaltig und regional, sondern bietet auch ein hohes Innovationspotenzial – vorausgesetzt, sie wird gut erklärt.
MERA verarbeitet jährlich 5.000 bis 6.000 Tonnen Kartoffelprodukte, die unter anderem von Looop stammen. Auch hier zeigt sich, wie durch Aktivitäten im Rahmen von Interreg-Projekten wie Agropole Innovates neue Partnerschaften entstehen: MERA und Looop lernten sich auf einer Veranstaltung von Agrobusiness Niederrhein kennen – ein gelungenes Beispiel für grenzüberschreitende Zusammenarbeit. Auch das Insektenprotein, das MERA in einigen Produkten verwendet, stammt aus den Niederlanden von einem Unternehmen, das wiederum die Futtermittel von Looop bezieht.
Die Veranstaltung bot nicht nur spannende Einblicke in die Kreislaufwirtschaft, sondern natürlich auch Gelegenheit zum Austausch und zur Vernetzung bei Kaffee und Kuchen. Dabei sind vielleicht sogar schon wieder neue, interessante Kooperationen zwischen den deutschen und niederländischen Unternehmern entstanden.
Finanzierung des Projekts Agropole Innovates
Das Projekt Agropole Innovates hat noch eine Laufzeit bis einschließlich August 2026 und wird neben den Eigenanteilen der Projektpartner im Rahmen des Interreg VI-Programms Deutschland-Nederland durchgeführt und mit 2,025 Mio. Euro durch die Europäische Union, das Ministerium für Wirtschaft, Industrie, Klimaschutz und Energie des Landes NRW (MWIKE NRW), das Niedersächsische Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung (MB Niedersachsen), das niederländische Wirtschaftsministerium (EZK) sowie die Provinz Limburg mitfinanziert.
www.deutschland-nederland.eu
Projektpartner:
Partner des Interreg-Projekts Agropole Innovates sind neben Agrobusiness Niederrhein e.V. auch Brightlands Campus Greenport Venlo, die Gemeinde Venray, die Hochschule Rhein-Waal sowie die Unternehmen ISIS IC, Yookr, Baum & Bonheur (früher Baumschule Lappen), Compas Agro, Brand Qualitätsfleisch und Piglets Treatment System. Bis August 2026 werden sie gemeinsam ein grenzüberschreitendes Netzwerk im Agrobusiness ausbauen, das Wissenstransfer, Innovationskraft und Wettbewerbsfähigkeit der Branche fördert. In vier Modellprojekten werden Innovationen zu konkreten Herausforderungen weiterentwickelt.

Circulaire economie in de schijnwerpers: verwaarding van reststromen bij Looop
In Europa belanden miljoenen tonnen voedsel elk jaar bij het afval. Maar wat gebeurt er met de reststromen die tijdens de productie ontstaan en voor voedselproducenten niet meer bruikbaar zijn? Denk hierbij aan aardappelschillen uit de frietproductie, wei uit de kaasproductie en broodresten. Dit zijn zogenaamde rest- en nevenstromen. Vaak krijgen deze een tweede leven in de diervoederproductie.
Om in de wereld van de circulaire economie te duiken, nodigde het team van het Interreg-project Agropole Innovates samen met Agri Business Groep Venray geïnteresseerde ondernemers uit voor een bezoek aan Looop in Venlo.
Nederlandse en Duits gasten werden op de locatie van Looop ontvangen. Na een kort welkomstwoord door de medeorganisatoren stelden Paul Slits en Gert-Jan Hermanussen van Looop het bedrijf voor. Looop verwerkt al meer dan 35 jaar reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie tot hoogwaardig veevoer. De reststromen uit bijvoorbeeld de aardappelverwerking zijn zeer divers: van schillen tot gestoomde en gefrituurde producten tot zetmeel. Via Looop vinden ze als bijproduct een nieuwe toepassing in de circulaire economie. Looop heeft een uitgebreid netwerk in Noordwest-Europa en levert aan ongeveer 1.400 klanten, van landbouwbedrijven tot grote veevoerproducenten.
“We laveren altijd tussen vraag en aanbod”, aldus Gert-Jan Hermanussen. “In tijden van crisis wordt er minder geproduceerd en zijn er minder reststromen.” Momenteel zijn de hoge energieprijzen een extra last voor de sector. In sommige gevallen is het voor bedrijven financieel gunstiger om reststromen in biogasinstallaties te laten verdwijnen dan ze tot diervoeding te verwerken. Duurzaamheid speelt bij Looop echter niet alleen een centrale rol in de bijproducten; dankzij zonnepanelen is de hele locatie energieneutraal.
Na de presentatie volgde een rondleiding door het bedrijf, waarbij de gasten een kijkje kregen in de logistieke processen en het laboratoriumonderzoek. “Ons eigen laboratorium versnelt veel processen aanzienlijk”, legt Paul Slits, mede-eigenaar van Looop Company, uit. “Hier kunnen we sommige ingrediënten van de geleverde goederen direct analyseren. Er zijn altijd drie monsters: één voor de leverancier zelf, één voor de klant en één voor ons. Via een extern laboratorium zouden we twee weken op de resultaten moeten wachten.”
Het programma ging verder met een lezing van Dr. Stefan Mandel, hoofd van de R&D-afdeling van diervoederfabrikant Mera uit Kevelaer. Het familiebedrijf, dat inmiddels door de derde generatie wordt geleid, begon in 1949 met veevoer en produceert sinds 1979 voer voor huisdieren. Met 260 medewerkers en een jaarlijkse productie van ongeveer 90.000 ton droogvoer is Mera een van de grotere fabrikanten. Met hun productlijn voor hondenkoekjes behoren zij zelfs tot de grootste ‘hondenboekjesbakkers’ van Europa.
Dr. Stefan Mandel, diervoedingsexpert met een achtergrond in de landbouw, gaf een boeiend inkijkje in de uitdagingen en kansen van huisdiervoer van reststromen. Terwijl bij de veeteelt prestaties en efficiëntie voorop staan, wordt het voer voor huisdieren sterk beïnvloed door trends in de menselijke voeding. “Veel eigenaren van huisdieren willen voer met een zo hoog mogelijk vleesgehalte en zonder granen. Daarnaast is er soms vraag naar ingrediënten die vanuit voedingsoogpunt niet zinvol zijn. Baasjes willen alleen het allerbeste voor hun huisdieren. Dit is begrijpelijk, maar veel mensen verwarren het woord ‘reststromen’ met afval. Dat klopt niet. De voedingsresten die wij gebruiken voor de productie van diervoeding zijn waardevolle grondstoffen. Bovendien voldoen onze producten aan alle voedselnormen en zijn ze zelfs gecertificeerd”, legt Mandel uit. Het gebruik van reststromen is niet alleen duurzaam en lokaal, maar er kan ook veel innovatie uit ontstaan.
Mera verwerkt jaarlijks 5.000 tot 6.000 ton aardappelproducten zonder schil, ondere andere van Looop. Uit deze samenwerking blijkt dat Interreg-projecten als Agropole Innovates bijdragen aan de grensoverstijgende samenwerking tussen Nederland en Duitsland: Mera en Looop hebben elkaar leren kennen tijdens een evenement van Agrobusiness Niederrhein. Daarnaast is het insecteneiwit dat Mera in sommige producten gebruikt afkomstig uit Nederland, van een bedrijf dat op zijn beurt het voer van Looop afneemt.
Na de presentatie van Dr. Stefan Mandel was er de gelegenheid om van gedachten te wisselen en te netwerken. Mogelijk zijn er alweer nieuwe samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse en Duitse ondernemers ontstaan!
Het project Agropole Innovates
Naast penvoerder Agrobusiness Niederrhein e.V. zijn Brightlands Campus Greenport Venlo, de gemeente Venray, Hochschule Rhein-Waal en de bedrijven ISIS IC, Yookr, Baum & Bonheur (voorheen Baumschule Lappen), Compas Agro, Brand Qualitätsfleisch en Piglets Treatment System de projectpartners in het Interreg-project Agropole Innovates. Tegen augustus 2026 hebben zij samen een grensoverstijgend agrobusinessnetwerk opgezet voor het bevorderen van kennisoverdracht, innovatie en concurrentievermogen in de sector. In vier innovatieprojecten worden oplossingen ontwikkeld voor actuele agrarische uitdagingen.
Het project wordt uitgevoerd in het kader van het Interreg VI A-programma Deutschland-Nederland en wordt met € 2.025.940,32 medegefinancierd door de Europese Unie, het Ministerie van Economische Zaken, de Provincie Limburg, het Duitse ministerie MWIKE NRW en de Niedersächsische Staatskanzlei.